Geen kilometer gerend vandaag – op wat misschien wel de koudste City Pier City ooit was – maar toch een uiterst sportieve prestatie geleverd: met mijn kamerkoor 5 uur achtereen geoefend als voorbereiding op ons concert komend weekend. Ik zal je zeggen: wij verdienen eigenlijk ook wel zo’n plak! Is 21 kilometer hardlopen een uitputtingsslag? Zing maar eens even urenlang op de toppen van je kunnen, waaronder in regelmatige reprise een koorstuk van Mendelssohn met tempo-aanduiding ‘Allegro molto’ en héél véél razendsnelle achtste nootjes. Daarmee train je nog eens longinhoud en buikspieren.
Dat laatste stuk is een fascinerend ding. Het is dus van Mendelssohn, een 19e eeuws wonderkind, heet ‘Coro’ en hoort bij de 3 motetten opus 39. Het wordt een van de meest gezwinde stukken op ons concert. Een stuk met – ik heb ze even geteld – meer dan 100 Alleluja’s verspreid over alle stemmen. Al-le-lu-ja -a -a -a -a -a -a -a. Al-le -e -e -e -e -e -e-lu-ja. Al-le-lu -u -u -u -u -u -u -ja! En die hardlopers bij de finish op het Malieveld maar joelen vanmiddag. Maar wie juichten er het hardst? Wij, 200 meter verderop in ons bovenzaaltje van de Kloosterkerk.
Eens even dieper in dat stuk duiken. Was er reden voor blijdschap tijdens het componeren? Jazeker, het is deel van de kerkelijke liturgie en gaat over de opstanding van Jezus: Surrexit Christus spes mea. Maar Mendelssohn heeft er misschien wel een ongekend feestje van gemaakt omdat hij tot over zijn oren verliefd was toen hij het stuk schreef. Het was 1837, hij was 28 jaar oud en overdonderd door de schoonheid en charme van Cécile Jeanrenaud, dochter van een Fransman en 10 jaar jonger dan hij, met wie hij datzelfde jaar nog trouwde.
Een paar maanden daarvoor was hij trouwens nog op bezoek in Den Haag. Vanwege zijn zwakke gezondheid hadden zijn artsen hem aangeraden te kuren in Scheveningen. Een hotel aan de kust zat er niet in: Mendelssohn vond ze te duur. Hij belandde uiteindelijk in het voormalige statige hotel Bellevue aan de Bezuidenhoutseweg (waar de prijzen vast ook niet mals waren) en werd elke ochtend met de koets naar Scheveningen gereden. Gecomponeerd heeft hij trouwens niet, hier in de Hofstad, wel geschilderd en getekend. Onder andere aan de Kleine Groenmarkt op wat tegenwoordig het terras is van herberg ’t Goude Hooft.
De Kleine Groenmarkt in 1836, tekening door Felix Mendelssohn – collectie Radcliffe Science Library Oxford
Maar terug naar het stuk nu: het is een en al feest! Een lofzang van ongekende vreugde. Een God zij geprezen zonder einde en mijn vriendin is het allermooiste meisje van de wereld!
Benieuwd naar hoe het dan’ in het echie’ klinkt? Kom naar ons concert. Luister en geniet. En blijf vooral achteraf even hangen. Want ook wij hebben – net als Mendelssohn – een heus feestje te vieren!