Vanmiddag fietste ik langs de Hofvijver, onder een stralend blauwe vrijdagmiddaglucht. Wie goed luisterde hoorde de binnenstad gonzen: rinkelende trams, kakelende toeristen, schreeuwende meeuwen, fluitende draaiorgels. Maar daaroverheen lag een wonderlijke stilte, een lome deken van tevredenheid. Was het de zon? Waren het de terrasjes? De vrijdagmiddag? Of was het gewoon…Den Haag?
Een geleend gedichtje.
Stadse flirt
Op het ritme van mijn hoge hakken
neurie ik, geluk, geluk
de stad ligt in de zon te bakken
ach mijn dag kan niet meer stuk
met mijn heupen rond ik pleinen
omcirkel ik het Binnenhof
een warm terras in lange lijnen
(stoeltje vrij, nou ja ik bof)
ik kus je bomen, streel je vijver
teken in de lucht een 10
Ik gaf je nooit een ander cijfer
Den Haag, ik word zo graag met je gezien
Anna M.H.W. van Cooten